Samen naar een nieuw stelsel

Kwaliteitscode Kinderopvang

Hoe nemen wij als kinderopvangorganisaties onze verantwoordelijkheid en hoe dragen wij als sector zelf bij aan het verder professionaliseren van de kinderopvang in Nederland? Zes grote kinderopvangorganisaties hebben zich over deze vragen gebogen en het initiatief genomen om een kwaliteitscode te ontwikkelen die onze sector heldere regels geeft richting de toekomst.

Al jaren wordt er gesproken en geschreven over de kinderopvangsector en zijn rol binnen de samenleving in de breedste zin van het woord. Zo schreef de Sociaal Economische Raad (SER) al in 2016 en 2021 rapporten over de kinderopvang in relatie tot de startpositie van kinderen in de samenleving. Daarnaast formuleerde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2021 een propositie voor het sociaal domein aan het kabinet, waarin de kinderopvang als een middel werd genoemd voor het bevorderen van kansengelijkheid. Ook werd er een breed gedragen Manifest Kinderopvang uitgegeven door de sector, waar de toegevoegde waarde en unieke expertise van de sector in staat beschreven. Deze diverse publicaties bevestigen allemaal de relevantie van goede kinderopvang en daarmee direct ook van een sterke sector met kwalitatief goede kinderopvangorganisaties.


Het huidige regeerakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst heeft de lijn voortgezet en deels gehoor gegeven aan de hierboven gepubliceerde suggesties. Het kabinet bereidt momenteel een herziening van het kinderopvangstelsel voor. Als sector moeten we zelf verantwoordelijkheid nemen en samen werken aan de inrichting van het nieuwe stelsel én waarborgen voor doelmatigheid, kwaliteit en transparantie inbouwen.

Heldere spelregels

De kinderopvangsector staat voor een verantwoordelijke publieke opgave: toegankelijke, inclusieve en kwalitatieve kinderopvang leveren, waarbij de talentontwikkeling van het kind centraal staat. De vorming in de eerste levensjaren is immers essentieel voor de latere ontwikkeling. 


De code heeft hiervoor heldere spelregels: 

  • investeren in hoge kwaliteit, 
  • doelmatig besteden van kinderopvanggeld 
  • aanscherpen van de bedrijfsvoering voor alle organisaties.

De rode draad is hierbij transparantie. 


Zo borgt de kwaliteitscode dat er op een verantwoorde manier wordt bestuurd en dat er publiekelijk inzicht wordt gegeven in welke keuzes organisaties daarin maken. Uiteraard moeten de spelregels aansluiten bij de stelselwijziging en de bestaande wet- en regelgeving en sturing geven voor de langere termijn. Wanneer de kinderopvangsector in staat is dit samen te realiseren, hebben kinderen, ouders, medewerkers en uiteindelijk de hele samenleving daar profijt van.

We staan voor kwalitatief hoogstaande kinderopvang; het goed opvoeden en opgroeien van kinderen.

De kinderopvangsector staat voor een verantwoordelijke publieke opgave: toegankelijke, inclusieve en kwalitatieve kinderopvang leveren, waarbij de talentontwikkeling van het kind centraal staat. De vorming in de eerste levensjaren is immers essentieel voor de latere ontwikkeling. Wanneer de kinderopvangsector in staat is een basisvoorziening te realiseren waarbij, toegankelijkheid, inclusie en kwaliteit geborgd zijn hebben kinderen, ouders, medewerkers en uiteindelijk de hele samenleving daar profijt van.

  • In de eerste plaats gaat het hierbij over de ontwikkeling van het opgroeiende kind (0-13 jaar). Het gaat over het verminderen en voorkomen van leerachterstanden; het stimuleren van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en de stimulering van sociale vaardigheden. Hierdoor wordt de kinderopvang ook wel gezien als ‘partner in de opvoeding’, die samen met ouders een bijdrage levert aan de ontwikkeling en opvoeding van het kind.

  • In de tweede plaats gaat het over het bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs. Het inclusieve en integrale aanbod waarbij, in de voorschoolse periode, ieder kind de kans krijgt zich op zijn of haar eigen niveau te ontwikkelen. Wij zijn als sector daarmee complementair aan het onderwijs. En daarmee dient de kinderopvang als overbrugging tussen de gescheiden werelden van kinderen mét een achterstand en kinderen zonder een achterstand. Ook is het een deel van de oplossing wanneer het gaat over de toenemende laaggeletterdheid, die voorsorteert op maatschappelijk uitsluiting van grote groepen mensen.

  • Ten derde is de kinderopvang ook een arbeidsmarktinstrument. Die, aldus het kabinet, ouders in staat stelt de combinatie tussen arbeid en zorg voor kinderen te vergemakkelijken en daarmee de arbeidsparticipatie bevordert. Voor de overheid is dit een belangrijk doel.

Verder professionaliseren van onze betekenisvolle sector

Om bovenstaande ambities waar te maken is een sterke en stabiele kinderopvangsector nodig. We zien dat er al positieve ontwikkelingen in gang zijn gezet om dit te bereiken, tegelijkertijd zien we ook dat er meer nodig is. Zo biedt de bestaande Governancecode Kinderopvang, die in 2019 geactualiseerd is, onvoldoende houvast naar de toekomst. Er is meer nodig om de publieke opgave waar te maken. Zeker ook omdat onze mooie sector aan de vooravond staat van een omvangrijke stelselwijziging.


Voor het realiseren van die publieke opgave is de sector gebaat bij een verdere professionaliseringsslag. Daarvoor introduceren wij bijgevoegde code als instrument. Deze kwaliteitscode bevat aanvullende governance principes, maar vooral ook principes die gaan over de hoge kwaliteit van en de verantwoordelijke bedrijfsvoering in de kinderopvang. De code bevordert transparantie over de prestaties van kinderopvangorganisaties, wat nodig is om te legitimeren wat wij doen met de (grotendeels) publieke middelen waarmee de opvang bekostigd wordt.

Het behalen of behouden van de hoogste standaard van kinderopvang vraagt om doorlopende investeringen in medewerkers, pedagogische kwaliteit en duurzame uitbreiding van de capaciteit. Alleen dan kunnen we de grote uitdagingen waar we voor staan waarmaken. De code borgt niet alleen de transparantie over hoe kinderopvangorganisaties die kwalitatieve kinderopvang/ontwikkeling leveren, onder meer door middel van publieke verantwoording; de code bevordert ook dat de sector overal en makkelijk toegankelijk is voor alle kinderen.


Nu er sprake is van een toename van financiering vanuit de overheid en gezien het grote publieke belang van kinderopvang in een hybride sector, zijn duidelijke richtinggevende afspraken en transparantie over de bedrijfsvoering noodzakelijk. Deze kwaliteitscode borgt dat er op een verantwoorde manier, gericht op lange-termijn continuïteit, wordt bestuurd en dat er publiekelijk inzicht wordt gegeven in welke keuzes organisaties daarin maken. Ongeacht de wijze waarop organisaties zijn gefinancierd dienen zij allen aan de uitgangspunten van deze code te voldoen.

Voorgenomen stelselwijzigingen levert aanvullende uitdagingen op

De door het kabinet aangekondigde omvangrijke stelselwijziging is ingegeven door de negatieve ervaringen met de uitvoering van de huidige kinderopvangtoeslag door de Dienst Toeslagen van de Belastingdienst. Tegelijkertijd reikt de ambitie van deze stelselwijziging verder dan sec een antwoord op de gevolgen van wat inmiddels de ‘kinderopvangtoeslagaffaire’ is gaan heten.

In het regeerakkoord staat het streven om ‘een goede start voor ieder kind op de kinderopvang’ te bieden en tevens om leerachterstanden te voorkomen. Daarnaast wordt ook de stapsgewijze vergoeding van de kinderopvang tot 96% voor werkende ouders benoemd, om op die manier de combinatie van werk en zorg aantrekkelijker te maken.


De stelselherziening zal hierdoor niet alleen het beroep op kinderopvang vergroten, ook de wijze van financieren gaat fors wijzigen. De verantwoordelijke minister stelt daarbij: “Vanwege het publieke belang wordt kinderopvang door de overheid gesubsidieerd en is de markt gereguleerd, om de kwaliteit en continuïteit van het kinderopvangaanbod te waarborgen. Alle kinderopvangorganisaties moeten voldoen aan de wettelijke eisen, ongeacht de organisatie- en financieringsconstructie van de aanbieder”. Het is juist deze stelling waar wij met deze code een antwoord op willen bieden. Zodat een verder geprofessionaliseerde sector de uitdagingen van de stelselherziening succesvol uit kan voeren.


Daarmee ligt er een opgave voor onze sector die niet vrijblijvend is. Er is grote diversiteit in de sector waar het om kwaliteit gaat; de ‘gemiddelde lat’ willen wij omhoog brengen. De hierna volgende concrete regels van de kwaliteitscode bieden een niet vrijblijvende aanzet om dit te bereiken.


Wij willen ons daarvoor inzetten, want kinderen en ouders verdienen organisaties die dit serieus nemen.

Regels Kwaliteitscode Kinderopvang

We kiezen in de concept tekst van de code voor een opdeling naar groepen waarvoor we actief zijn presteren: kinderen, ouders, medewerkers, de maatschappij. Daarbij zijn onze leidende principes: kwaliteit, continuïteit, toegankelijkheid en transparantie.

  • Voor de kinderen: We leveren consistent een hoge kwaliteit van kinderopvang, en leggen hierover publiekelijk verantwoording af.
    • 1

      Hoogstaande kwaliteit leveren in de kinderopvang is de centrale opdracht voor alle kinderopvangorganisaties. Zij houden zich daarbij te allen tijde aan de vigerende wetgeving, waaronder de Wet Kinderopvang, IKK, Arbowet, Wet op de Ondernemingsraden, Landelijk Bouwbesluit, Warenwet Bedden- en Boxen, Warenwet Speeltoestellen en Attracties en respecteren de Corporate Governance Code voor de Kinderopvang. Organisaties die voldoen aan de wettelijke voorwaarden van het structuurregime, passen dit toe.

    • 2

      Kinderopvangorganisaties stellen een pedagogisch beleid op en maken dit publiekelijk beschikbaar. Jaarlijks vindt een zelfevaluatie plaats op de eventuele tekortkomingen gesignaleerd door de GGD.

    • 3

      Beslissingen die betrekking hebben op de kwaliteit van de kinderopvang – zoals het vaststellen of wijzigen van het Kwaliteitsbeleid – kunnen alleen genomen worden door de bestuurders in de kinderopvangorganisaties en niet door de (externe) aandeelhouders (bijvoorbeeld via vastlegging in de statuten) en worden conform de geldende wetgeving voorgelegd voor advies aan de Ouder Commissie.

    • 4

      Kinderopvangorganisaties rapporteren jaarlijks open en transparant over ten minste alle onderwerpen in deze code en de kwaliteit (aan de hand van de uitkomsten van GGD inspecties en het eigen Kwaliteitsbeleid) in een maatschappelijk jaarverslag, met het doel om naleving van deze code te kunnen verifiëren voor alle belanghebbenden. De organisaties doteren geld om de ontwikkeling van een onafhankelijk en professioneel kwaliteitsinstrumentarium en toetsingsmechanisme te kunnen bekostigen om te zorgen voor een juiste rapportage.

  • Voor de kinderen: We realiseren maximale toegankelijkheid voor alle kinderen in Nederland en bieden (in samenwerking) de ondersteuning die nodig is voor kinderen met een achterstand.
    • 5

      Juist kinderen die extra ondersteuning nodig hebben moeten makkelijk toegang tot kinderopvang hebben. Kinderopvangorganisaties streven er daarom naar om hun fair share aan VE/SMI plekken te bieden en zijn transparant over aantallen/percentages. Organisaties die hier niet aan (kunnen) voldoen lichten dit in hun maatschappelijk jaarverslag toe.

    • 6

      Kinderopvangorganisaties streven ernaar om binnen hun verzorgingsgingsgebied naar rato van behoefte verspreid te zijn over wijken/gebieden van verschillende sociaaleconomische status.

    • 7

      Kinderen met een VE status betalen, ongeacht de vestiging waar zij komen, altijd maximaal het Kinderopvangtoeslag (KOT) tarief (of in een nieuw stelsel nooit meer dan 4% eigen bijdrage (KOT tarief); het streven is geen eigen bijdrage).

  • Voor de maatschappij: We besturen onze organisaties op een verantwoorde manier, gericht op lange-termijn continuïteit.
    • 8

      Kinderopvangorganisaties ondersteunen gezamenlijk ouders in hun zoektocht naar hoogkwalitatieve kinderopvang voor hun kinderen, door alle beschikbare kwaliteitsinformatie van aanbieders en locaties centraal op een website ter beschikking te stellen. In principe gebruiken we hiervoor het eerder opgerichte websiteplatform voor ouders via Boink.

    • 9

      Oudertevredenheid wordt periodiek gemeten, minimaal op basis van een set verplichte vragen die bij iedere kinderopvangorganisatie uitgevraagd dient te worden om op kernzaken onderlinge vergelijkbaarheid mogelijk te maken. Uitkomsten worden gepubliceerd op de website van de kinderopvangorganisatie en aantoonbaar meegenomen in kwaliteitsbeleid.

    • 10

      Kinderopvangorganisaties houden eventueel ingediende klachten van klanten bij en dienen hierover jaarlijks een geanonimiseerd klachtenverslag in bij het Klachtenloket Kinderopvang. Tevens rapporteren ze hierover in het jaarlijkse maatschappelijk jaarverslag.

    • 11

      Kinderopvangorganisaties informeren ouders actief bij een overname van hun locatie.

    • 12

      Kinderopvangorganisaties informeren ouders en andere belanghebbenden via hun website over hun eigendomsstructuur

    • 13

      Prijsontwikkeling houdt gelijke tred met de gewogen kostenontwikkeling. Deze, maar ook eventueel bijzondere situaties, worden jaarlijks via het oudercommissieproces vastgesteld conform de Wet Kinderopvang.

  • Voor de medewerkers: We zorgen goed voor onze medewerkers en streven ernaar voldoende medewerkers in de sector te kunnen behouden en nieuwe medewerkers aan te trekken.
    • 14

      Werknemers worden beloond volgens de CAO.

    • 15

      Kinderopvangorganisaties voldoen aan de WOR en/of hebben een personeelsvertegenwoordiging ingesteld. Bestuurders ontmoeten de personeelsvertegenwoordiging regelmatig.

    • 16

      Kinderopvangorganisaties dragen bij aan de opleiding van hun medewerkers. Zij maken het mogelijk voor medewerkers verplichte opleidingen te genieten tijdens werktijd. Werkgevers maken jaarlijks afspraken over andere/verdiepende opleidingsmogelijkheden voor alle medewerkers.

    • 17

      Medewerkerstevredenheid wordt periodiek gemeten, minimaal op basis van een set verplichte vragen die bij iedere kinderopvangorganisatie uitgevraagd dient te worden om op kernzaken onderlinge vergelijkbaarheid mogelijk te maken. Uitkomsten worden gedeeld via de website en meegenomen in kwaliteits- en personeelsbeleid.

  • Voor de ouders: We voorzien ouders van relevante informatie voor hun keuzeproces, en vragen een faire prijs voor onze maatschappelijke dienst.
    • 18

      Alle organisaties in Nederland dienen hun verantwoordelijkheid te nemen voor een duurzame, gezonde en maatschappelijk verantwoorde leefomgeving nu en in de toekomst. Dit geldt helemaal voor kinderopvangorganisaties. Naast een veilige leefomgeving voor de kinderen, formuleren alle kinderopvangaanbieders jaarlijks doelen op het gebied van milieu (bijvoorbeeld terugdringen van CO2) en maatschappij (bijvoorbeeld participeren en investeren in integrale kindcentra (IKC) of het zelf opleiden van zijinstromers (BBL)) die ook jaarlijks geëvalueerd worden.

    • 19

      Kinderopvangorganisaties hebben een prudent niveau van schulden tegen marktconforme kosten en rapporteren jaarlijks hun solvabiliteit. De solvabiliteit is het eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal en wordt uitgedrukt in een percentage. Een solvabiliteit onder de 25% is niet wenselijk en moet worden toegelicht.

    • 20

      Financiële relaties tussen kinderopvangorganisaties en hun aandeelhouders (bijv. vastgoed verhuren, management fees) zijn ‘at arm’s length’ en marktconform. Aandeelhouders verstrekken geen aandeelhoudersleningen aan kinderopvangorganisaties.

    • 21

      Kinderopvangorganisaties publiceren hun jaarverslag op hun website, zodat dit voor belanghebbenden eenvoudig kan worden ingezien. Om de vergelijkbaarheid te bevorderen worden afspraken gemaakt over de informatievereisten van het jaarverslag, zodat er voldoende informatie aanwezig is om de belangrijke kengetallen van de financiële bedrijfsvoering te berekenen. Transparantie t.a.v. rendement en rendementsbestemming maken hier onderdeel van uit. Gegeven de grote diversiteit van ondernemingsvormen en organisatie-strategieën in de sector, erkent men dat de juiste interpretatie van deze kengetallen een dialoog met de betreffende organisatie vereist.

    • 22

      In de jaarverslaglegging zijn kinderopvangorganisaties transparant over de beloning van bestuur en toezichthoudend orgaan

    • 23

      Om de continuïteit van de kinderopvang in Nederland te garanderen sluiten de 15 grootste aanbieders een opvangconvenant. Mocht – ondanks naleving van de wet en de code – toch één van de grotere aanbieders in de problemen komen, zullen de anderen tijdelijk inspringen om die continuïteit van het aanbod voor ouders en de maatschappij te garanderen teneinde een structurele oplossing te zoeken.

    • 24

      Een eventuele dividenduitkering wordt toegelicht en vindt alleen dan plaats nadat deze getoetst is door het bestuur en (waar van toepassing) de raad van commissarissen aan het wettelijke kader en de kwaliteit van de kinderopvang. Deze toetsing wordt schriftelijk vastgelegd en besproken met de ondernemingsraad of medewerkersrepresentatie. Er vindt geen dividenduitkering plaats als niet aan de kwaliteitsvoorwaarden van de code wordt voldaan of als de uitkering van het dividend de kwaliteit op andere wijze in gevaar brengt.

Het functioneren van een code waarin transparantie een leidend principe is, werkt alleen als deze niet vrijblijvend gevolg en nageleefd wordt. Hierop is toezicht nodig en mogelijk ook handhaving. De wijze waarop dit vorm dient te krijgen verdient nog nadere uitwerking.

Toepassing specifieke situaties

De toepassing van deze code in een kinderopvang organisatie hangt samen met de specifieke kenmerken van die kinderopvangorganisatie. Aan deze code dient een sectie te worden toegevoegd waarin wordt uitgelegd hoe specifieke situaties zouden moeten worden ingevuld met inachtneming van de principes en verplichtingen voortvloeiend uit deze code.


In die sectie zal worden ingegaan op veelvoorkomende casussen, zoals rechtspersonen met een algemene vergadering (winstuitkering, aandelen etc.) en kleine kinderopvangorganisaties (zoals kinderopvangpartners binnen een integraal kindcentrum (IKC) en gastouderopvang-organisaties), beursgenoteerde ondernemingen, internationale ondernemingen.


De toepassing van deze code moet ook passen bij de fase, innovatie en dynamiek in en rond de kinderopvangorganisatie. Kinderopvangorganisaties en de context waarin zij opereren zijn voortdurend in verandering. Dat heeft gevolgen voor de rechtsvorm waarin zij opereren, de (keten)samenwerkingsverbanden die zij aangaan (denk aan IKC’s) en de governance structuren die daarbij passen. Vanuit de principes die in deze code zijn geformuleerd, kunnen deze specifieke situaties in beginsel invulling krijgen.